Bijna één op de twintig studenten gebruikt ADHD-medicatie oneigenlijk, dus zonder voorschrift van een arts. Zij gebruiken deze medicatie omdat ze denken zich hiermee beter te kunnen concentreren tijdens het studeren. Het bewijs voor effectiviteit van deze medicatie bij mensen zonder ADHD is echter beperkt en er is onduidelijkheid over de veiligheid van dit oneigenlijk gebruik. Uit interviews weten we dat de studenten de medicatie veelal krijgen of kopen van vrienden of familie die ADHD hebben en hun medicatie deels weggeven of verkopen. Door meer aandacht te besteden aan de diagnostiek van ADHD, de medicamenteuze behandeling en de evaluatie hiervan, kunnen zorgverleners een bijdrage leveren aan het terugdringen van de beschikbaarheid van ADHD-medicatie voor oneigenlijk gebruik. Daarnaast is het belangrijk dat zorgverleners oneigenlijk gebruik herkennen en bespreekbaar maken.
Auteurs |
van den Berk-Bulsink, M.J.E.
Dankers, M. Stroo, M.V. Horst MSc, M. van der |
---|---|
Thema | Nascholingsartikel |
Accreditatie | 1 accreditatiepunt |
Publicatie | 1 juni 2023 |
Editie | Verpleegkundig Specialist - Jaargang 18 - editie 2 - Editie 2 | 2023 |
Na het bestuderen van dit artikel: