In Nederland heeft ongeveer 50% van de mensen ten tijde van hun hiv-diagnose al ernstige schade aan het afweersysteem of zelfs aids. Het zo vroeg mogelijk diagnosticeren van hiv en starten met hiv-medicatie kan verdere schade aan het afweersysteem en aids voorkomen. Daarnaast wordt verdere hiv-transmissie voorkomen. Om de hiv-epidemie in Nederland een halt toe te roepen moeten zorgverleners proactief op hiv testen bij patiënten met zogenoemde hiv-indicatoraandoeningen, zoals soa’s, hepatitis B of C, dysplasie of kanker van de baarmoederhals, of
gordelroos. Testen op hiv dient bij deze hiv-indicatoraandoeningen te gebeuren, ongeacht seksuele geaardheid, geslacht of afkomst. Toch laten Nederlandse zorgverleners te vaak kansen liggen om hiv vroegtijdig op te sporen. In dit artikel gaan we verder in op het herkennen van hiv-indicatoraandoeningen binnen jouw vakgebied, de risicogroepen voor onderdiagnostiek naar hiv, en het verbeteren van het hiv-testgedrag bij zorgverleners.
Auteurs |
Jordans, C.C.E.
Bogers, S.J. Beek, J. van Vries, M. de Holten, N. van Dorama, W. Schim van der Loeff, M.F. Geerlings, S.E. Rokx, C. |
---|---|
Thema | Nascholingsartikel |
Accreditatie | 1 accreditatiepunt |
Publicatie | 1 maart 2023 |
Editie | Verpleegkundig Specialist - Jaargang 18 - editie 1 - Editie 1| 2023 |
Na het bestuderen van dit artikel: