Geaccrediteerde nascholing
Menu

Generieke substitutie van medicijnen

Vloek of zegen?

  • 00Inleiding
  • 01Nu weer actueel
  • 02Hoe kan het beter?
  • 03Wanneer is generieke substitutie geen goed idee?
  • 04De rol van de farmaceutische industrie
  • 05De n=1-trial
  • 06De rol van de zorgverlener

Samenvatting

Generieke substitutie wordt toegepast zodra een merkgeneesmiddel (specialité) uit patent gaat. Zorgverzekeraars in Nederland hebben in 2008 het preferentiebeleid ingesteld waarbij gedurende een bepaalde periode per zorgverzekeraar een generiek product preferent dient te worden afgeleverd aan een verzekerde patiënt. Periodiek worden nieuwe prijsafspraken gemaakt waardoor patiënten met enige regelmaat dienen te wisselen van generiek product. Doordat het daarnaast nogal eens voorkomt dat een preferent generiek product niet leverbaar is moeten patiënten ook nog eens om die reden frequent van product wisselen. Generieke substitutie heeft daardoor in de afgelopen jaren een negatief imago opgebouwd bij patiënten en soms ook zorgverleners. Wij introduceren de goede generieke-substitutiepraktijk (GSP) waarin we de nadelen die bij generieke substitutie kunnen optreden, minimaliseren met behoud van de economische voordelen die het gevolg zijn van dit beleid.

Log nu in om het volledige artikel te bekijken of om te reageren.

Abonneren

Informatie over dit artikel

Auteurs Burger, D.M.
Oosterhof MSc, P.,
Grintjes-Huisman, K.
van Vlijmen MSc, B.,
Thema Nascholingsartikel
Accreditatie 1 accreditatiepunt
Publicatie 26 maart 2021
Editie Verpleegkundig Specialist - Jaargang 16 - editie 1 - Editie 1 | 2021

Leerdoelen

Na het lezen van dit artikel:

  • kun je aan een patiënt uitleggen waarom generieke substitutie nodig is, en wat de rol van de patiënt zelf hierbij is;
  • ken je de achtergronden van generieke substitutie zoals het preferentiebeleid;
  • heb je een overzicht gemaakt van veel voorgeschreven medicatie uit je vakgebied die generiek beschikbaar is;
  • kun je beredeneren in welke gevallen generieke substitutie minder wenselijk is;
  • heb je de principes van ‘goede generieke-substitutiepraktijk” tot je genomen en begrijp je wat je eigen rol daarin is;
  • heb je kennisgenomen van de opzet van een N=1-studie om de relatie tussen een product en een klacht te objectiveren.